Wordt de OR of de personeelsvertegenwoordiging betrokken bij het maken van afspraken over bijzonder verlof? Op verzoek van de sociale partners binnen het COAOB heeft BibliotheekWerk een enquête gedaan naar hoe openbare bibliotheekorganisaties artikel 36 (bijzonder verlof) uit de cao Openbare Bibliotheken toepassen.
De enquête naar de toepassing van artikel 36 is uitgezet onder 122 bibliotheekorganisaties die vallen onder cao Openbare bibliotheken. Een groot aantal respondenten vulde de enquête in, namelijk 93 van de 122. Uit de resultaten bleek dat meer dan de helft van de bibliotheken invulling heeft gegeven aan de in de cao vastgelegde verplichting om zelf met de OR of de personeelsvertegenwoordiging (pvt) afspraken te maken over bijzonder verlof. De overige bibliotheken die aangaven geen invulling te geven aan de afspraak noemden als redenen:
- ofwel tevreden waren met de bestaande regeling (al dan niet aangevuld met een eigen toevoeging)
- dan wel al vóór 2012 een regeling op dit punt hadden vastgesteld.
Een paar van de ondervraagde bibliotheken noemden als reden om geen afspraken te kunnen maken de afwezigheid van een OR/pvt.
Uitleg artikel 36
In artikel 36 uit de CAO openbare bibliotheken 2015-2019 staat dat de bibliotheek als werkgever met de OR of pvt afspraken maakt over bijzonder verlof. Ook staat in dit artikel dat als de werkgever nog geen regeling over bijzonder verlof heeft vastgesteld en ook nog geen afspraken heeft gemaakt met de or of pvt, de aanspraken op bijzonder verlof gelden zoals genoemd in artikel 35 uit de CAO openbare bibliotheken 2007-2009 (onder artikel 36 als voetnoot vermeld).
Meer informatie
Wilt u meer informatie? Stuur dan een e-mail naar Dick Juffermans, d.juffermans@caop.nl